Keuze van uw drukregelaar
Globaal zijn er drie hoofdgroepen:
Drukregelaars voor technisch gebruik. U kunt denken aan uw autogene lasset of de drukregelaar op uw MIG/MAG of TIG lasinstallatie. Maar ook voor het op druk zetten van drukvaten of koelsystemen.
Drukregelaars voor leidingsystemen. Een centraal punt waar u uw cilinders (pakket) plaatst en vervolgens met een leidingsysteem het gas naar verschillende afname punten distribueert. Hierbij kan iedere afnemer zijn eigen gasdebiet instellen.
Drukregelaars voor (hoog)zuivere of medicinale gassen waar de zuiverheid van belang is of een hoger druk of capaciteit gewenst is.
Cilinderaansluitingen (drukregelaar primaire zijde):
Cilinders voor industriële gassen tot 200 bar, zijn in Nederland genormaliseerd in de Norm NEN 3268. Zij worden aangeduid met een code, waaruit het type van de aansluiting is af te leiden, bijvoorbeeld RU3 (bv. stikstof en argon) voor een rechtse uitwendige en LU1 (bv. waterstof en propaan) voor een linkse inwendige schroefdraad.
Deze norm geldt niet voor 300 bar cilinders waarbij de hoge druk beschikbaar komt bij de aansluiting. Hiervoor geldt de internationale norm ISO 5145.
Aansluitingen voor afsluiters met geïntegreerd reduceertoestel zijn niet genormaliseerd. Doorgaans wordt wel een linkse schroefdraad toegepast voor brandbare gassen en rechtse schroefdraad voor niet brandbare.
Cilinders voor acetyleen hebben geen schroefdraad, maar een beugelaansluiting. Acetyleen cilinders kleiner dan 5 liter waterinhoud en pakketten kunnen ook een schroefdraad aansluiting hebben.
Drukregelaar secundaire zijde:
De secundaire aansluitingen voor drukregelaars voor industrieel gebruik hebben meestal voor niet brandbare een 1/4”, 3/8” of 1/2” BSP rechtse buitendraad met hol conische afdichting. Dit geldt ook voor brandbare gassen (acetyleen, propaan en waterstof) maar dan alleen 3/8” of een 1/2” BSP links.
De secundaire aansluitingen voor drukregelaars voor (hoog)zuivere-, medicinale gassen of drukregelaars voor hoog in te stellen drukken (100 bar of hoger) of een hoge capaciteit (meer dan 60 Nm3/h) hebben een merk gebonden aansluiting. Hiervoor is een verloop nodig om tot de gevraagde aansluiting te komen van de gebruiker.
Zuiverheid gassen:
De zuiverheid van gassen wordt aangeduid met twee cijfers, gescheiden door een punt. Het eerste cijfer geeft het aantal negens aan, het aantal negens wordt afgesloten met het tweede cijfer. Zo zien we het voorbeeld van Argon 4.6 heeft dus een zuiverheid van 99,996%.
Overigens is niet alleen de zuiverheid van belang, ook de concentraties aan verontreinigingen zijn van invloed.
Eén- of tweetraps:
Wanneer kies je nu voor de ene of de andere drukregelaar? Een vuistregel is bij de selectie van de drukregelaar:
Eentraps drukregelaar.
Deze drukregelaars hebben een goede regelnauwkeurigheid bij secundaire drukken boven 4 bar. De secundaire druk zal langzaam stijgen naarmate de cilinderdruk daalt.
Tweetraps drukregelaar.
Deze drukregelaars hebben zeer hoge regelnauwkeurigheid. Deze zijn ideaal voor secundaire drukken van 1,5, 4, 10 en 20 bar.
De secundaire druk blijft constant als de cilinderdruk daalt, doordat het tweede deel van de drukregelaar een redelijk constante voordruk heeft.